Skip to main content

Hulp bij incidenten

Incidenten met lozingen zonder vergunning, lekkende systemen of het dumpen van (drugs)afval zijn van invloed op de waterkwaliteit in stroomgebieden en de zuiveringsinspanning van drinkwaterbedrijven. Deze emissies vragen om een snelle respons om de impact op de waterkwaliteit, het ecosysteem en de drinkwaterproductie zo klein mogelijk te houden. De Sleutelfactor Toxiciteit helpt waterbeheerders en drinkwaterbedrijven zo snel mogelijk in te schatten welke maatregelen nodig zijn.

Er gebeuren regelmatig incidenten waarbij chemische verontreinigingen plotseling in het milieu terecht komen en acuut de waterkwaliteit aan kunnen tasten. Een groot Nederlands incident is de brand bij Chemiepack in Moerdijk, op 5 januari 2011. Door effectieve maatregelen is het wegspoelen van verontreinigd bluswater naar het Hollands Diep sterk beperkt en is de verontreiniging veel meer lokaal gebleven. Uit dit en andere voorbeelden blijkt dat het snel nemen van de juiste maatregelen cruciaal is om de gevolgen van een incident met emissies van chemische stoffen te beperken. SFTox helpt waterbeheerders en drinkwaterbedrijven zo snel mogelijk in te schatten welke maatregelen nodig zijn.

De SFTox-hulpmiddelen die het bruikbaarst zijn bij incidenten worden samengevat in de 'Resultaten verkenning toepassing Sleutelfactor Toxiciteit voor incidenten en drugsafval'.
 

Voorbeeld: lozing van drugsafval

Incidenten met het lozen en dumpen van drugsafval komen veelvuldig voor, en vormen daardoor een kader waarmee afgeleid kan worden wat er allemaal van belang is bij plotselinge emissies. Daarom wordt het rapport over lozen en dumpen hier aangehaald.

Het DPSIR-model helpt bij de inventarisatie van de Drivers en Pressures: de stoffen die vrijkomen bij de productie van bepaalde soorten harddrugs.  Naast de (theoretische) impact van deze stoffen op het watersysteem (hoe toxisch zijn de stoffen? Wat zijn de effecten op verschillende compartimenten van het watersysteem?), wordt in het rapport ook geprobeerd de Status (de effecten op de waterkwaliteit) in beeld te brengen. Daarnaast worden de verschillende actoren en hun rollen bij het oplossen van het incident in beeld gebracht. Waterbeheerders en drinkwaterbedrijven kunnen aan de hand daarvan bepalen met wie ze in contact moeten komen en daardoor passende maatregelen treffen. Al deze stappen zijn ook geldig voor andere incidenten. Het grote verschil tussen de drugs-casus en de andere incidenten is, dat de stoffen bij de andere incidenten vaak geheel onbekend zijn. Bij drugsafval kunnen waterbeheerders beter anticiperen, omdat de stoffen vaak bekend zijn.

Bij het lozen en dumpen van drugsafval, maar ook bij andere incidenten, zijn veel partijen betrokken die elkaar niet altijd goed weten te vinden. De Sleutelfactor Toxiciteit is gebaseerd op het idee dat waterkwaliteit het beste beschermd of hersteld kan worden als alle belanghebbenden bij een watersysteem elkaar kennen, weten welke bijdragen zij leveren aan het verontreinigen van het water en welke bijdrage zij – vaak samen met alle andere belanghebbenden – kunnen leveren om de waterkwaliteit te bevorderen. Door juist ook bij incidenten en bij drugsafval-lozingen, het netwerk van belanghebbenden al beschikbaar te hebben vinden partijen elkaar en worden de noodzakelijke maatregelen sneller genomen. Bij de evaluatie van de situatie rond drugsafval is aanbevolen om voor dit soort lozingen het netwerk alvast in kaart te brengen.